Homoseksualiteit als scheldwoord?!
Je zal het ongetwijfeld gehoord of gezien hebben, het seksueel expliciet materiaal van enkele mannelijke BV´ers dat ongevraagd verspreid werd via social media. Hierop zijn massaal veel reacties gedeeld geweest die veel vertellen over de veronderstellingen, aannames en ideeën we erop nahouden over seksualiteit en de seksuele daden die getoond werden. Hierover wil ik graag mijn licht laten schijnen vanuit mijn expertise als seksuoloog.
Uitspraak op Twitter:
Eigenlijk vind ik dat ze vrij goed wegkomen in de media met hun Whatsapp-groepje waarin ze porno kijken, zichzelf aftrekken en dan doorsturen. Volgens mij allemaal homo´s. Kom er dan tenminste voor uit!”
In de publieke opinie werd het gedrag en de persoon die erachter zit sterk veroordeeld. Het wordt een extra pijnlijke zaak als we ander gedrag en andere persoonstypes gaan gebruiken als een scheldwoord. Zo werd herhaaldelijk het woord “homo” en “pervert” gebruikt. Het gevaar hiervan is dat we andere taboes creëren of gaan versterken. Vandaar dit artikel om enkele zaken te belichten.
Als we homo(-seksualiteit) gaan gebruiken als scheldterm prioritiseren we heteroseksualiteit als het betere en het ‘normaal’ seksueel gedrag, terwijl dit natuurlijk niet het geval is. Eerder schreef ik een artikel over de uitspraken van Theo Franken over hoe ‘echte mannen’ zich wel of niet horen te gedragen (link onder het artikel). Hoe we ons gedragen heeft weinig betrekking op onze seksuele identiteit. Het is vaak het oordeel van een seksueel gedrag dat ons het woord homoseksualiteit laat gebruiken vanuit een scheldwoord. Het stimuleert het wij-zij denken hetgeen een negatieve impact heeft op de seksuele ontwikkeling.
Traditioneel wordt seksuele oriëntatie bekeken vanuit een categoriale benadering waarbij het onderscheid gemaakt wordt tussen drie categorieën: aantrekking tot iemand van hetzelfde (homoseksueel/niet-heteroseksueel), het andere (heteroseksueel), of beide geslachten (biseksueel/niet-heteroseksueel). Androfielen zijn mensen die seksuele aantrekking voelen tot mannen. Gynefiele mensen voelen seksuele aantrekking tot vrouwen. Biseksualiteit of ambifilie verwijst naar het voelen van seksuele aantrekking ten aanzien van beide geslachten, waarbij de mate van aantrekking tot één van beide nog kan variëren. (D. Raaijmakers, A. van der Miesen, J. Dewinter, A. Ruigrok, 2019) We zijn geneigd in dit traditioneel denken mensen in hokjes te plaatsen. Onderzoek wijst er echter op dat mensen zich meer herkennen in tussenliggende categorieën zoals ‘overwegend homoseksueel’. Dit pleit dan weer voor seksuele oriëntatie als een continuüm-benadering met twee assen (mannen, vrouwen) die variëren van ‘ik voel me helemaal niet aangetrokken’ tot ‘ik voel me zeer sterk aangetrokken’ (Rosario & Schrimshaw, 2014; Savin-Williams, 2016).
Seksuele geaardheid is dus niet zo zwart-wit als we willen en hopen te denken. Seksuele aantrekking, gedrag en identiteit kunnen met elkaar overlappen, hoewel dit niet noodzakelijk is (Pega et al., 2013). Zo is er bijvoorbeeld een grote flexibiliteit hoe wij als maatschappij omgaan als het aankomt op de seksuele geaardheid van vrouwen. Twee vrouwen die kussen, vinden we vaak oké. Lesbische porno is één van de meest gezochte termen op pornosites. De mannelijke seksuele oriëntatie wordt momenteel rigide benaderd. Als twee mannen intieme of seksuele handelingen stellen dan worden ze al snel de huid vol gescholden of krijgen ze zelfs een pak slaag. Heteroseksuele mannen kunnen echter ook verliefd worden op een man, en zeker houden van anale penetratie. Een gedrag, relatievorm of verliefdheid hoeft je niet voor altijd in een hokje te duwen. Het oordeel dat rust op de mannelijke seksuele oriëntatie zorgt ervoor dat het taboe op het exploreren hiervan verhoogt. Er zijn veel seksuele identiteitsvormen die niet zo statisch zijn als we durven denken. ‘Eens voor de mannen, altijd voor de mannen’ is namelijk geen correcte stelling. Seksuele identiteit kan gedurende de jaren veranderen. (Bailey et al. 2016; Rosario & Schrimshaw, 2014). We spreken over seksuele fluïditeit als verandering in aantrekking, gedrag en/of identiteit door de tijd heen of binnen verschillende sociale contexten. Dit vraagt wel de nodige openheid en nieuwsgierigheid om je unieke seksuele oriëntatie te kunnen ontdekken.
In het onderzoek naar de seksuele gezondheid van volwassenen in Nederland (De Graaf & Wijsen, 2017) gaf 3% van de mannen en 2% van de vrouwen aan zich enkel aangetrokken te voelen tot hetzelfde geslacht. Van de mannen voelt 92% zich seksueel aangetrokken tot iemand van het andere geslacht, bij vrouwen is dat 88%. Net iets meer mannen rapporteren dat ze ooit (8%) of in de voorbije zes maanden (4%) seksueel contact hebben gehad met een man. Onder vrouwen heeft 10% ooit seks gehad met een andere vrouw, waarvan 2% in de voorbije zes maanden. Bij navraag naar seksuele identiteit identificeerde 92% van de mannen en 94% van de vrouwen zich als hetero. (D. Raaijmakers, A. van der Miesen, J. Dewinter, A. Ruigrok, 2019) Zoals eerder gezegd bepaalt hoe wij onze seksuele oriëntatie identificeren niet over welk geslacht wij fantaseren of van welke seksuele handelingen wij houden.
Seksuele geaardheid wordt vaak als een alleen vaststaand feit aanschouwd als we er een beoordelende toon aan vast willen hangen. Dus alsjeblieft, stop met het gebruiken van seksuele geaardheidsvormen als een scheldwoord en het beoordelen van ‘mannelijkheid’ op basis van zijn geaardheid, seksueel gedrag, emotioneel voelen naar een persoon. (Homoseksualiteit, biseksualiteit, panseksualiteit, demiseksualiteit, aseksualiteit, sapioseksualiteit,…) Het is niet onze taak om iemand anders te labelen met een seksuele identiteit. Laat de persoon in kwestie zelf die verantwoordelijkheid dragen, hoe fluïde de geaardheid hiervan ook kan zijn!
Wil jij meer lezen over het thema genderidentiteit? Neem dan een kijkje op de volgende blogposts:
Is jouw interesse aangewakkerd over lesbische porno of porno? Neem dan een kijkje op deze blogs:
Blog: Tussen twee vrouwen lichamen
Comentários